IT-adoptie: Het overbruggen van de kloof

Iedereen heeft een andere adoptie trigger

Adoptie in de context van IT betekent het je eigen maken van nieuwe technologie. Voor meer uitleg en waarom het zo belangrijk is, verwijs ik je naar het eerdere blogartikel: Waarom succesvolle adoptie de sleutel is voor leren met IT. Hoe zorg je nu voor succesvolle adoptie bij iedereen? Een belangrijk component is communicatie.

Enthousiasme voor nieuwe technologie is niet bij iedereen hetzelfde. De adoptiecurve van Moore categoriseert mensen in vijf groepen op basis van hoe zij nieuwe technologie ervaren. De eerste groep zijn de 'innovators'. Een relatief kleine groep voorlopers (2,5%) die echt fan zijn van technologische vernieuwing. Dit zijn de collega's die op de hoogte zijn van de nieuwste IT trends in onderwijsland en direct de mogelijkheden voor hun organisatie zien. Dit in tegenstelling tot de laatste groep op de curve; de 'laggards'. Deze groep beslaat 16% van de mensen en kenmerkt zich juist door hun scepsis. Dit zijn dikwijls de collega's die sowieso tegen iets nieuws zijn, nog voordat ze iets gezien of gehoord hebben.

De kloof in motivatie

Wetende dat er verschillen zijn in houding ten opzichte van nieuwe technologie, hoe zet je communicatie in voor succesvolle adoptie? De innovators en early adopters zijn de groepen die een intrinsieke motivatie hebben voor het gebruik van de nieuwe technologie. Ze zien zelf de voordelen en de meerwaarde van bijvoorbeeld een leer management systeem. Hier zal de adoptie relatief makkelijk gaan. Bij de groepen rechts van de kloof (zie afbeelding) ligt dat anders. Deze groepen zijn niet direct overtuigd en hebben daarom wat hulp nodig. Besteed je niet of te weinig aandacht aan deze groepen, dan is het risico groot dat adoptie bij hen achterblijft. Zo ontstaat er een kloof.

Communicatie inzetten om de kloof te dichten

Hoe help je deze groepen rechts van de kloof dan? De early majority, een grote groep (34%), is pragmatisch ingesteld. De mensen in deze groep herken je aan het aantal vragen dat ze stellen. Ze hebben een grote behoefte aan informatie en willen van de hoed en de rand weten. 'Wat doet het leer management systeem voor mij?', 'hoeveel tijd ben ik hieraan kwijt?', 'hoe gebruik ik het?', 'Wanneer starten we?'. Het is belangrijk om hier in je communicatie rekening mee te houden. Communiceer regelmatig en transparant. Stel hen gerust met duidelijke instructies en reserveer genoeg ruimte, zodat ze al hun vragen kunnen stellen.

De late majority vertegenwoordigt de andere grote groep op de curve (34%), dit zijn de conservatievelingen. Deze mensen herken je door hun terughoudendheid. Zij willen graag weten wie het leer management systeem al gebruikt, hoeveel scholen dat zijn en wat hun ervaring is. Ze hebben behoefte aan veiligheid en bewijsvoering. Je wint hun vertrouwen door referenties te geven en hen in contact te brengen met andere gebruikers. In het geval dat het leer management systeem stichting breed wordt uitgerold, zal een late majority school typisch aan het eind van de implementatieplanning zitten.

De laatste groep op de curve zijn de laggards (16%). Deze groep is sceptisch, en eigenlijk niet te overtuigen. Deze mensen willen niet. Het beste is om hen geen aandacht te geven. Maar houd ze wel in de gaten. Het risico hier is dat ze hun negativiteit op anderen opdringen, dat werkt toxisch. Een laatste redmiddel kan zijn, is hen extrinsiek motiveren door het leer management systeem van bovenaf te verplichten.

Dus iedere groep op de adoptiecurve behoeft een andere benadering om adoptie te stimuleren. De kunst is om de groepen in jouw organisatie te identificeren en te bedienen. In een volgend blogartikel beschrijf ik hoe belangrijk een veilige omgeving is voor succesvolle adoptie. En hoe je dit organiseert.