Telefoonverbod: Wat is er inmiddels veranderd in de klas?

Bij de invoering van de richtlijn gaf de destijdse minister Dijkgraaf als overweging:

“Ook al zijn mobieltjes haast verweven met ons leven, in de klas horen ze niet thuis. Daar moeten leerlingen zich kunnen concentreren en alle ruimte krijgen goed te leren. Mobieltjes verstoren dit, weten we uit wetenschappelijk onderzoek, met alle gevolgen van dien. Daar moeten we leerlingen tegen beschermen.”

Het was (is) aan de scholen om hierop beleid te maken; zij bepalen immers de exacte regels die van toepassing zijn. 

Inmiddels heeft 80% van de scholen hier gehoor aan gegeven. Dat kan variëren van een verbod in de klas tot een verbod op de hele school. Het is daarbij wel handig als hier een eenduidig beleid op is, zodat het voor een leerling en ouder helder is wat de regels zijn, ook in het geval dat de leerling de regels aan zijn/haar laars lapt. Vastlegging in de schoolgids of het leerlingenstatuut voorkomt daarbij onduidelijkheid.

De eerste onderzoeksresultaten

We zijn inmiddels zo’n half jaar verder, waarbij aan het eind van het schooljaar geëvalueerd wordt of de richtlijn het gewenste effect heeft of dat er eventueel toch een wettelijk verbod nodig is. Begin vorige week verschenen de eerste onderzoeksresultaten van wetenschappers, zo ook die van Loes Pouwels van de Radboud Universiteit.

Een benoemd nadeel uit het rapport van Pouwels is dat de leerlingen zich zorgen maken over de beperkte toegang tot informatie en bereikbaarheid. Echter elk nadeel heb z’n voordeel. Zo is een van de positieve effecten van invoering van het verbod dat leerlingen verminderde afleiding in de klas ervaren, er minder digitaal pestgedrag is en dat er meer sociale interactie (leerlingen gaan weer met elkaar in gesprek) is in de pauzes. Er is echter altijd een groep leerlingen die er anders in staat en het anders ervaart en die onder de ingevoerde maatregelen uit wil komen.

Het gepubliceerde onderzoek keek echter niet naar verandering in de leerprestaties.

Een recent grootschalig Noors onderzoek wel, waarbij vermeld werd dat de rapportcijfers, na invoering van het strengere telefoonbeleid maar marginaal stegen (477 scholen met leerlingen tussen de 13 en 16 jaar werden bevraagd).

De digitale afleiding blijft

Tot zover de mobieltjes de klas uit, maar is het dan ook gedaan met de digitale afleiding? Op een laptop kan je nog steeds whatsappen en ook een Chromebook geeft voor de leerling voldoende afleiding om andere dingen te doen dan de les vraagt. Voor de nodige rust in de klas is het als leerkracht prettig als je digitaal een stuk klassenmanagement kan inzetten om mee te kijken wat de leerling achter zijn device doet. Het feit dat de leerling weet dat dit kan, draagt al bij aan de nodige rust. Met Aerobe zit de leerkracht hierbij achter het stuur en kan hij meekijken op het scherm van de leerling en bepalen welke apps hij mag gebruiken. Met dit zogenaamde app-filter kan de leerkracht tevens differentiëren en een toets afnemen binnen een beveiligde omgeving. 

Lees ook het blogartikel 4 strategieën tegen digitale afleiding in de klas.

Klassenmanagement als sleutel

Het feit dat de smartphones de klas uit zijn, betekent dus niet dat de digitale afleiding er niet meer is. Veel scholen worstelen met dit probleem en zoeken een oplossing om rust in de klas te creëren. Wil je als school klassenmanagement kunnen uitvoeren waarbij je de digitale afleiding tackelt dan biedt Aerobe hiervoor de oplossing. Nieuwsgierig hoe het werkt? Graag laten we het op jullie school zien.