Drie IT ontwikkelingen die een rol gaan spelen in het daadwerkelijk verbeteren van het onderwijs.
IT krijgt een steeds grotere plek in het onderwijs. ‘Groter’ betekent hier echter vooral ‘veel’ en nog niet zo heel erg slim. Veel toepassingen ontstijgen maar nauwelijks het idee van een boek achter glas. Toch is er een aantal ontwikkelingen die op termijn een rol kunnen spelen in het daadwerkelijk verbeteren van het onderwijs.
Door: Marcel de Jager
Expanding Visions
Drie IT ontwikkelingen die een rol gaan spelen in het daadwerkelijk verbeteren van het onderwijs.
In het onderwijs worden als gevolg van online onderwijsactiviteiten grote hoeveelheden gegevens gegenereerd. Dankzij technologie is het voor docenten mogelijk om bijvoorbeeld de prestaties van leerlingen direct te analyseren. En daarmee ook directe feedback te kunnen geven. Op deze manier stelt technologie op basis van data, docenten in staat prestaties van leerlingen te verbeteren. Deze technologie wordt tegenwoordig al (beperkt) in Leer Management Systemen (LMS) toegepast. Het biedt eenvoudig extra realtime informatie aan leerling en docent. Maar goed gebruik vraagt wel om geoptimaliseerde content, en een nauwkeurige beschrijving van taken en (kern)doelen. Een LMS is vooral een tool. De sleutel tot succes zit niet alleen in goede content, maar vooral ook in kennis en vaardigheden van docenten. Zonder een zeer vaardige docent blijft een LMS vooral een tool, een kunstje. Ook hebben scholen in de regel nog veel te weinig inzicht en daarmee grip op data.
Een andere ontwikkeling betreft de toepassing van Virtual en Augmented Reality (VR, AR). Dit soort tools zijn breed beschikbaar en makkelijk toepasbaar. Daarnaast leidt volgens verschillende onderzoeken het gebruik van VR tot verbeterde kennisretentie en testscores en kun je met deze technologie zelfs de minst responsieve leerlingen ‘verleiden’ om mee te doen. Daarmee lijkt het een veelbelovende technologie. Het ontbreekt nog wel aan voldoende onderwijsapplicaties die VR ondersteunen. Veel toepassingen bestaan er nog ‘naast’ en zijn te weinig geïntegreerd in bestaande onderwijs content.
Een derde ontwikkeling betreft kunstmatige intelligentie. Hoewel het tempo waarmee deze technologie onze samenleving induikt enorm is, lijken we er nauwelijks grip op te hebben. Denk aan zelfrijdende auto’s. Wat is het eigenlijk? Moeten we er blij mee zijn of is het juist een gevaar? Ik raad iedereen aan om het boek ‘Dit is kunstmatige intelligentie’ (Koolstra, de Veer en Veltman) te lezen. Een succesvolle inzet in het onderwijs lijkt echter nog ver weg. Met name omdat het vraagt om een sterke interactie tussen de docent en de technologie. En daar ontbreekt het nog vaak aan.
Enerzijds kunnen toepassingen met bijvoorbeeld VR eenvoudig worden toegepast. Ook blijkt uit onderzoek dat het toepassen van VR een positief effect heeft op het leren. En daarmee is het toch een beetje laaghangend fruit. Doen dus. Maar het analyseren van grote hoeveelheden data of het toepassen van kunstmatige intelligentie is voor veel scholen nog een brug te ver. Maar dat betekent niet dat je er niet mee aan de slag moet. Deze ontwikkelingen gaan sowieso op termijn een grote rol in het onderwijs spelen. Dan kan je er dus maar beter op voorbereid zijn. Op sectorniveau wordt hier gelukkig steeds meer aandacht aan besteed. En dat is nodig, want als samenleving zijn we namelijk al lang het data tijdperk ingerold. En zonder dat we ons daar echt bewust van waren. Pas nu zien we de negatieve effecten daarvan. IT kan een geweldige bijdrage leveren aan het onderwijs. Maar zonder kennis van en grip op de materie gaat de techniek er met ons vandoor.
Laat hier je vraag achter